Apen en Cobra's

Een stok? Nee. Ik heb onwijs sterke benen. Dat ze dat nou niet zien met hun eigen spillebenen.
Ik ben onderweg naar het fort van Bundi dat boven op een heuvel ligt. Ik kijk er naar uit om een stuk te lopen en klauteren. Op de hevel ligt ook een immens paleis. Vlak voor het paleis waar m'n kaartje wordt m'n kaartje gecontroleerd. De man ligt met een grote zonnebril op een muurtje in de zon. Ik verdenk hem ervan niet van de kaartcontrole te zijn maar meer verlegen zit om een praatje. Ook hij begint weer over de stok. Ik blijf eigenwijs.
Ik wandel rond en word aangesproken door een klein mannetje. Hij verzekerd me, na zijn vragen over waar ik vandaan kom en wat m'n naam is, dat hij geen gids is. Hij blijft me achtervolgen. Het irriteert me eigenlijk. Ik reageer er niet te veel op. Hij vraagt of ik iets bijzonders wil zien. Hmmm. Er gaat een groot slot van een deur af. De 350 jaar ouder illustraties in de kamer van het koningspaar dat hier leefde zijn prachtig! Hij legt uit wat de verhalen zijn achter de illustraties. Ik mag foto's maken, zonder flits, maar dat spreekt voor zich. Ik ben blij dat ik niet onaardig ben geweest, want ik had dit zeker niet willen missen.
Veel delen van het paleis zijn vies of half ingestort. Bij een vroegere keuken vertelt de man dat de deur dicht blijft vanwege de stank, vleermuizen en cobra's. Die deur mag zeker dicht blijven.
De man vertelt ook dat als ik naar het fort wil ik een stok mee moet nemen om apen op afstand te houden en ook cobra's. Okay got the message!

Ik wandel omhoog. Blij met m'n stok als ik voorbij ruziënde apen wil. Altijd hoger. Ik klim onelegant op een huisje. M'n been komt tegen de stenen, maar m'n doel is bereikt. Het uitzicht over een stad met gekleurde huizen en heuvels op de achtergrond is geweldig. De drukke geluiden van de stad zijn ver onder me. Ik weet niet hoeveel tijd er voorbij gaat terwijl ik hier zit en geniet.
Er komt een grote mannetjes-aap aan. Wederom pak ik dankbaar m'n stok en hij verandert zijn koers.
Er zijn geen echte paden. Ik baan een weg door lang en dor gras. Onder stekelbomen door. Nog hoger staat een tempel goed verscholen van het zicht. M'n benen zullen niet alleen blauw zijn morgen maar ook gekrast. Opnieuw word ik rijkelijk beloond met een bijzonder uitzicht.

Terug in het stadje zit ik een tijdje redelijk ongestoord op een muurtje het dagelijks leven in me op te nemen, terwijl ik een colaatje drink. Mensen met zware handkarren komen voorbij. Hele families op één brommer. Giechelende meisjes. Grote jeeps. Mensen die mank lopen. Zwaar gesluierde en hip geklede vrouwen.
Ik spring van het muurtje af op zoek naar een riksja. Ik wil nog een grote trapbron en een andere bezienswaardigheid zien, voordat ik op een plastic tuinstoel, nippend van een limoensoda, neerstrijk met m'n boek. Af en toe dwalen m'n ogen over het meer waaraan ik zit met waarachter de heuvels deels in mist gehuld zijn. De zon schitterde op het meer.

Comments

Popular Posts